Alle citrusbomen (geslacht Citrus) zijn afkomstig uit Zuidoost-Azië en sinds de 15e eeuw ook gangbaar in Europa. Als gevolg van de eeuwenlange cultivatie van deze plantensoort bestaan er vandaag duizenden verschillende soorten.
De vrucht bestaat uit een aantal lagen. De schil bestaat uit zeer veel olieklieren, waarin ontvlambare etherische oliën zitten opgeslagen. De laag daaronder, die ook nog tot de schil wordt gerekend, is wit en vezelig en bevat veel pectine. De binnenkant is het eetbare gedeelte. Hier worden sapzakjes gevormd die veel suikers, organische zuren en vitamine C bevatten. Citrusvruchten kunnen direct worden gegeten, geperst worden tot sap of als smaakmaker worden gebruikt.
De verschillende soorten citrussen hebben gemeenschappelijk dat ze alleen in een mediterraan klimaat in volle grond overleven maar gelukkig zijn ze in een pot even prachtig. Je zet ze best op een lichte en zonnige plek, uit de wind. Deze bomen zijn geen vriesweer gewend dus ze moeten in de winter een vorstvrije omgeving hebben om de volgende zomer mooie vruchten te kunnen produceren. Om de wortels gezond te houden en goed te laten ontwikkelen is het belangrijk om de citrusboom in een wijde plantenbak te zetten. Een citrusboom heeft regelmatig water nodig; teveel water in één keer helpt echter niet omdat ze niet de eigenschap hebben om in een natte bodem te overleven.
Meer tips en tricks vind je regelmatig in de nieuwsbrief. Schrijf je hier in.
